De context van dit idee raakt ten eerste aan gezondheid en het hardnekkige probleem van obesitas, mede veroorzaakt door het teveel eten van verkeerde vetten. Deze vetten zijn voor een groot deel afkomstig van de dierlijke producten die we veel te veel eten en die een zeer grote impact op milieu en klimaat hebben. Het idee raakt op die manier aan de uitdaging van het voeden van 9 miljard mensen in de nabije toekomst met die ene planeet die we hebben. Om dit te kunnen, moeten we minder dierlijke producten gaan eten en nieuwe voedingsbronnen aanboren. Dat gebeurt nu mondjesmaat, mede door een laag acceptatieniveau voor ‘nieuwe producten’. Ten derde raakt het idee aan de bedreiging van de wereldwijde overbevissing en alle gevolgen van dien. Het devies lijkt te luiden: ‘we moeten vaker vis eten’. En visoliepillen staan nog steeds op een voetstuk als het gaat om een gezond en voedzaam imago. Een taboe voor diegenen die weten dat 80% van alle visbestanden (voor de Europese visbestanden zelfs 88%) zwaar is overbevist. 30% is zo zwaar overbevist dat het de vraag is of deze visbestanden zich nog kunnen herstellen
Novel foods vormen een antwoord op deze uitdagingen. Novel food is een chique benaming voor met name producten die wij nog niet gewend zijn te eten. Denk aan insecten, nori, algen, zeewier en meer. Ook producten die een nieuwe samenstelling kennen of op een nieuwe wijze geproduceerd worden, worden geschaard onder novel foods. Bijvoorbeeld een algenburger, insectenmeel (waarvan pizzabodems e.d. worden gemaakt) en de nieuwe generatie vleesvervangers die door bepaalde processen een structuur krijgt die vlees lijkt te evenaren. Novel foods in het algemeen en zeewaar in het bijzonder bieden een kans om onze foodprint te verlagen.
Ten eerste is ‘zeewaar’ eiwitrijk, bevat het allerlei belangrijke nutriënten en is het een bron van Omega-3 (Alfalinoleenzuur). Een gezond alternatief voor alle dierlijke producten die we nu eten. En inspelend op de toenemende vraag naar natuurlijke, verse en gezonde producten van eigen bodem. Ten tweede: Omega 3 is het vet dat in vis zit (in de vorm van EPA en DHA) en waarvoor men wordt aangeraden vis te eten. Echter maken vissen deze essentiële, plantaardige vetzuren niet zelf aan maar krijgen ze die binnen via hun voedsel, ‘zeewaar’. Bovendien is de smaak een goede vervanger voor liefhebbers van zeevruchten en zijn de toepassingen van algen en andere zeewaar eindeloos. Zeewaar is op die manier een antwoord op de overbevissing. Ten derde is de impact van deze plantaardige novel foods vele malen lager dan die van de dierlijke producten die we eten. Deze impact is nog eens extra laag door het gebruik van ‘nieuwe landbouwgrond’: de zee. 80% van het wereldoppervlakte bestaat namelijk uit water. Hiermee zijn zeeplanten een zekere bron van voedsel. Zeewaar bespaart landbouwgrond, zoet water, heeft geen bemesting nodig, zuivert het water en gaat verzuring van de zee tegen. De output kan bovendien, naast voedsel en diervoeder, ook worden gebruikt voor chemie, de geneesmiddelenindustrie, energiewinning (uit reststromen) en zuivering van vervuild water.
Echter: de drempel voor consumptie is hoog. Wat we eten is sterk cultuurgebonden en gestoeld op gewoonten. Daar komt nog bij: ‘Wat de boer niet kent…’ is een uitspraak die ook in 2014 nog op gaat. De populaire wereldkeuken biedt gelukkig al een opening. Nori (de zwarte vellen om sushi heen) en wakame zijn enigszins ingeburgerd door de komst van de Japanse keuken. Verder is zeewaar onbekend. Mensen kunnen zich er geen voorstelling van maken, weten niet wat de zee allemaal voor eetbaars biedt naast vis en ‘zeevruchten’ en kunnen maar moeilijk wennen aan producten met een eigen smaak en die niet regulier zijn in onze keuken. Kortom: vanuit de consumenten, verwerkers en producenten er is nog geen vraag naar. Zeegroenten komen voorlopig niet veel verder dan de Japanner en het sushi-schap in de supermarkt. Zoals zo vaak het geval is houden de schakels elkaar klem. Zolang er geen vraag is, laat de markt zeewaar links liggen. En zolang zeewaar niet overduidelijk en aantrekkelijk wordt aangeboden, vraagt de consument er niet naar. Op dit moment moeten we het hebben van een aantal pioniers zoals de Dutch Weed Burger, die zeewier/algen in een icoonproduct verwerkt, een aantal voorlopers in de Horeca-wereld, zoals restaurant Den Rustwat, restaurant Soerabaya, Badhotel Domburg en bij sommige groothandels, zoals Rungis.
Zaak is dat de nieuwe en kansrijke markt van deze semi-novel foods meer toegankelijk wordt voor het grote publiek, en productontwikkelaars en de verdere voedselbranche stimuleren deze te benutten. Tussen alles wat al gebeurt rond zeewaar, wordt hier nog weinig op ingezet. Daarbij is de zeewaarmarkt is een zeer interessante omscholingsmarkt voor de visserij. Want door de overbevissing raken veel vissers hun bestaanszekerheid kwijt. Omschakeling naar andere takken van sport gaat erg langzaam en moeizaam. De markt van zeewaar kan hier een antwoord op zijn. Het biedt werk aan de vissers en vermindert overbevissing.
HET MERK: De ZeewaarFarm. Beleef Hollands Zilte Trots!
Inspelend op de trend van foodtoerisme, worden de huidige en toekomstige zeewaarproducenten en -fabrieken trekpleisters voor dagjesmensen, toeristen en geïnteresseerden. Het worden ‘Zeewaarboerderijen’. Een ZeewaarBoerderij biedt een kijkje in de keuken voor de nieuwsgierige consument of ondernemer. Een bezoek aan deze boerderijen staat garant voor een leuk dagje uit, vol innovatie en inspiratie. Met tours langs de zee-akkers en in de fabriek, proeverijen, een boerderijwinkel en een ZeewaarBrasserie of –lunchroom, bieden de ondernemers de bezoekers een ware beleving. Al genietend maken de mensen kennis met een ‘nieuwe’ foodtak, nieuwe producten en productiewijzen en nieuwe smaken. Zeewier als nieuw Neerlands trots. Straks staat niet alleen een bezoek aan een kaasboerderij met onze zwart-witte koeien en klompen, een molen, stroopwafels proeven en tulpenvelden bewonderen deel uit van de must-do’s in Holland, maar staat ‘een bezoek aan een ZeewaarFarm’ standaard in de top 10!
De ZeewaarFarms zijn, net als andere boerderijen, bedrijven van ondernemers, maar dan gevestigd aan de kusten van Nederland. Naast de verkoop van hun producten aan grote afnemers, zorgen de zeewaar-ondernemers voor een extra inkomstenbron door een beleving te bieden aan consumenten. Ze stellen hun fabriek en ‘teelvelden’ open waarmee ze ‘hun nieuwe markt’ zichtbaar en populair maken. Ze bieden tours aan waarbij men kennis maakt met de ‘oogst- en teelmethodes’ (uitwaaien aan de zee langs de zee-akkers), de verwerking (een bezoek in de fabriek) en de vele producten en toepassingen (met een leuke presentatie). Er is een boerderijwinkel waar men kan proeven en kopen en de Zeewaar-ondernemers bieden proeverijen en diners aan (bijvoorbeeld i.s.m. koks, cateraars en verwerkers). De inspirerende omgeving van de zee biedt natuurlijk ook mogelijkheden voor de boerderijen om zaalverhuur te starten (de rauwe fabrieksomgeving aan zee als inspirerende vergaderlocatie bijvoorbeeld!).
De ZeewierBoerderijen als trekpleister pakt meerdere uitdagingen aan en heeft dan ook meerdere doelen, namelijk:
Primaire doelgroep: is de consument die zo nu en dan ‘de hort op gaat’ en een leuk uitje plant. Deze groep is nieuwsgierig naar innovatie en houdt van lekker eten. Deze consumentengroep is niet conservatief als het om eten gaat en staat open voor (het proberen van) ‘nieuwe’ producten. We richten niet alleen op de voorlopers die altijd actief zoeken naar innovatieve en nieuwe producten en het nieuwste van het nieuwste proberen, maar ook de mensen die reactief nieuwe dingen proberen (bijvoorbeeld omdat het in de aanbieding is).
Secundaire doelgroep: bestaat uit de verschillende schakels in de voedselketen: de verkoopkanalen, leveranciers, producenten en productontwikkelaars. Dit zijn de partijen die de producten, maken, bewerken en inkopen. Zij zijn niet altijd op de hoogte van ‘novel foods’, nieuwe productiemethoden en nieuwe toepassingen, maar hebben hierin wel interesse.
Ook vissers vormen een mogelijke doelgroep. Omscholing voor veel vissers is nodig omdat de werkgelegenheid in de visserij afneemt. Via de Zeewaarfarm maken zij kennis met deze ‘nieuwe markt’.
Het idee van de ZeewaarFarm als trekpleister kan zorgen voor een doorbraak van deze relatief nieuwe en nog onontgonnen markt. Het zorgt dat het product niet blijft hangen in R&D en de bijbehorende hoge muren en onzichtbaarheid. Het maakt de branche zichtbaar en wekt interesse bij ondernemers en verschillende schakels in de voedselketen. De vorm (een trekpleister) is een creatief antwoord op de vraag hoe een relatief nieuw en ongewoon product door de consument wordt geaccepteerd en gewaardeerd. De ZeewaarBoerderijen maken het proces zeer laagdrempelig en ‘het product’ makkelijk te verspreiden.
Voor dit idee zijn we geïnspireerd door de bestaande zeewaarinitiatieven zoals Zeewaar en de toepassingen van zeewaar zoals de Dutch Weed Burger. Het idee is deels gebaseerd op de huidige ontwikkeling bij boerenbedrijven: de boerderij als trekpleister. Steeds meer boerenbedrijven zien in dat zij, naast het leveren van producten aan hun grootafnemers, ook op andere manieren inkomsten kunnen genereren. Namelijk door een beleving te bieden aan de consument. Een beetje creativiteit zorgt dat de ‘nieuwe generatie boeren’ niet alleen een boerderijwinkel heeft, maar dat de consument een bezoek ook als een ‘uitje’ ervaart; Een mooie omgeving die aansluit bij het beeld van een ‘boerenbedrijf’, knuffelen met de koeien, de kippen voeren, een rondleiding met uitleg hoe de producten gemaakt worden en meer.
Het idee van de ZeewaarBoerderij kan ook toegepast worden voor andere novel foods. Denk aan een InsectFarm waar mensen zien hoe insecten worden gekweekt en verwerkt en ten volle kunnen genieten van een 5-gangen-bug-diner. Het toeristische element is ook bij deze producten en producenten het antwoord op acceptatie bij consument en verwerkende industrieën en uitbreiding van hun afzetmarkt.